/ Indië

Praktisch naar Kolkata en Khulna

Om vanuit Nepal naar Bangladesh te reizen, moesten we door India. Echter, een visum krijgen voor India, als je geen twee maanden het land uit bent geweest, is geen sinecure. In Kathmandu moesten we dus nog het visum voor India geregeld krijgen, voor we naar Bangladesh konden. Een toeristenvisum is zo goed als uitgesloten en zelfs met een multiple-entry visum moet je, als je het land verlaat, minstens twee maand wachten voor je terug naar India kan. We gokten dan maar op het verkrijgen van een transit-visum, waarvoor je in principe een bevestigd vliegticket uit India moet kunnen voorleggen. Aangezien we over land naar Bangladesh wilden, was ook dat laatste voor ons uitgesloten.

Internationale treintickets India-Bangladesh boeken vanuit Nepal, waar we het Indisch visum hebben aangevraagd, kon niet. Als alternatief hadden we dan maar een treinticket geboekt tot vlakbij de grens in Lalgola, waar er een niet zo'n courante grenspost bleek te zijn. Alles wat we konden voorleggen om het Indische consulaat in Kathmandu te overtuigen dat we India terug uit zouden gaan, was welkom. We wilden immers zeker nog naar Bangladesh gaan en niet een extra maand in Nepal blijven. Het visum van Bangladesh - hoe zalig leeg en even onvindbaar was de ambassade van Bangladesh in vergelijking met de voornamelijk drie uur lang aanschuivende, westerste toeristen volle Indische ambassade en hoe eenvoudig kregen we ons visum daar!? Onvoorstelbaar! Super! - en de treintickets van de Nepalese grens, via Kolkata tot in Lalgola bleken uiteindelijk voldoende: we kregen een visum voor 10 dagen India, startend vanaf het moment dat het werd afgeleverd in Kathmandu.

Na onze ommetjes via Lumbini en Chitwan, zie vorige blog, bleven er nog een drietal dagen over om Kolkata te bezoeken. In Kolkata beslisten we, voor de zekerheid, om toch maar eens te bellen naar de ambassade van Bangladesh. Het resultaat van dat telefoongesprek was: er is nog maar één grens India-Bangladesh die open is (langs de westkant van Bangladesh), en dat is zeker niet Lalgola. Die is voor iedereen gesloten, ook voor de inwoners van het Indische subcontinent. We hadden het wellicht al kunnen weten aan de verwonderde blik van de beamte in de Indische ambassade in Kathmandu, toen we zeiden dat we net in Lalgola de grens zouden oversteken naar Bangladesh.
Het had nog duidelijker moeten zijn toen noch hij, noch zijn mede-beamte en noch de consul zelf ooit al van Lalgola hadden gehoord. Met de Lonely Planet van Bangladesh waar de grensovergangen opstonden, hadden we hen kunnen tonen dat Lalgola vlakbij de grens met Bangladesh lag en zo hadden we toch ons transit-visum gekregen via een onbestaande grensovergang. Hip hoi, wat zijn ambassades leuk. Praktisch moesten we enkel nog de trein naar Lalgola annuleren en een busticket boeken naar de grens die wel open is: Petrapole (India) - Benapole (Bangladesh). Vanaf hier konden we vlot met een luxebus naar Khulna. Onze reis in Bangladesh kon starten!

In Kolkata zelf verbleven we 2 dagen. Dat het zowat de meest vervuilende stad is in de wereld, dat ze een gigantische afvalberg hebben die we niet hebben bezocht maar wel een toeristische trekpleister is en dat de densiteit aan bedelaars op sommige plaatsen bijzonder hoog is, dankzij de geld scheppende bedelmaffia, daar konden we ons vlug mee verzoenen. Dat wisten we op voorhand. We vonden het er dan ook stukken aangenamer dan we hadden gedacht. De twee dagen waren dan ook bijzonder vlug gevuld, enerzijds met wat praktische regelingen, anderzijds met een aantal bezoekjes, zoals het het moederhuis van wijlen moeder Theresa. Zeker de moeite waard, maar wat een zot wijf was ons dat!? Stemmen in haar hoofd, gesprekken met God helemaal uitgeschreven... gelukkig was haar hart even goed als ze zot was.
't Heeft veel mensen geholpen, maar ze zou zich wellicht ronddraaien als een tol in haar graf moest ze afweten van de agressieve bedelmaffia die een in Kolkata gevestigd hoofdkwartier heeft en enkel gebaseerd is op het misbruiken van bedelen, een onverwacht lucratieve business. Zo winstgevend - de kosten zijn dan ook bijzonder laag, er moet nog geen huurgeld betaald worden voor bedelplaatsen, naar ons weten - dat sommigen, doorgaans zelf professionele bedelaars, hun kinderen niet meer naar school willen sturen. Bedelen brengt vaak meer op dan studeren en een niet-bedelende job uitoefenen. Je moet vooral de 'dress-code' kennen en volgen en voldoende, maar ook niet teveel, attributen bij je hebben die aantonen hoe arm je wel bent. Een top-attribuut is een huilende baby, zeker voor meisjes in hun jonge puberteitsjaren.

De trip van Kolkata naar Khulna verliep erg vlot. Met de bus tot aan de grens, de grens oversteken en dan volgende bus op naar Jessore, van waaruit we een bus naar Khulna konden nemen. Dat was toch de bedoeling. Eenmaal over de grens werd het toch nog even wat complexer en via een korte verwarde situatie met riksja stonden we plots aan het bouwvallige, uit jaren '50 ontsnapte treinstation van Benapole en niet aan het busstation. Het was een aangename verrassing toen we erachter kwamen dat er ruim een uur later een trein was naar Khulna. Niet dat we dat konden lezen op de infoborden of gewoon konden vragen van de lokale bevolking, want alles is in het Bengaals geschreven en het percentage enkel Bengaals sprekende Bengalen is zowat even groot als het percentage ongeletterden in de sloppenwijken van Kolkata. Met voldoende lichaamstaal en wat klanken kwamen we toch te weten wat we wilden weten en kwamen we ook waar we wilden zijn: Khulna, uitvalsbasis voor de Sundarbans.

De eerste indruk van de Bangladeshianen(?)... Bangladezen(?)... enfin, de inwoners van Bangladesh: hulpvaardige maar wat onhandige helpers, die eerder verwonderd staren en wel eens in het Bengaals een heel verhaal beginnen te vertellen als je dan toch je vraag min of meer hebt kunnen formuleren, op welke wijze dan ook. Heel veel 'witte' - term gebruikt door Mireille en Wouter om aan te geven dat het om een 'westerling' gaat - hebben ze hier zeker nog niet gezien. We zijn even benieuwd over het vervolg van ons verblijf in Bangladesh als zij verwonderd zijn over ons bezoek aan hun land.


Getting from Nepal to Bangladesh was not as obvious as it looked like. We had some issues with the visa, not at least with the Indian visa, since normally, you cannot enter India again for two months after leaving the country. Transit visa are only possible if you can show a confirmed flight ticket out of the country. We travel over land, so that was not possible.

We got our visa, we got to Kolkata, where we stayed for a few days. It was much better in Kolkata than we thought. The garbage and poverty was expected, but the city itself had a better feeling, not too busy and some kind of a friendly atmosphere. We did visit a few monuments, and had a nice time in the motherhouse of Mother Theresa. We're pretty sure she wouldn't like the beggar-mafia, which certainly has its headquarters in Kolkata.

Anyway, we got to Bangladesh, one day before our transit-visa for India expired and we really have a good feeling about this country so far. Friendly, trying to be helpful, although that mostly doesn't work out very well, but at least, they try to help and well yeah, they stare as if they see a few giraffes passing by (which would be very strange here). I suppose they are as curious about us as we are about their country. Bangladesh, here we come!

Praktisch naar Kolkata en Khulna
Share this