/ Myanmar

Het Birma-verdict

Myanmar lijkt een beetje een vakantieland, maar dan toch niet helemaal. Een aantal elementaire voorzieningen schieten flink tekort, de prijzen zitten in een hogere klasse maar daarom is de kwaliteit en service niet beter. De meeste toeristische highlights zien er gewoon hetzelfde uit en getuigen enkel maar van een ongezien religieus extremisme waar de zogezegde moslimstaten nog een flinke pagode-spitse punt aan kunnen zuigen.

Dat wil niet zeggen dat er geen leuke plaatsen te vinden zijn in het land, maar je moet wel erg je best doen om binnen een aanvaardbaar budget de aangename vakantieplaatsen te vinden. Myanmar vakantieland? Ja, maar dan toch wel een beetje anders.

Onze laatste dagen in Myanmar waren onverwacht amusant. Ook al konden we de $6 ingangsprijs per persoon voor Kurt op een originele en onbedoelde manier laten vallen, deed een bezoekje aan de fel overprijsde maar daarom niet minder grappige 'gouden rots' ons beslissen om zo vlug mogelijk verder te trekken naar Hpa'an. Dat bleek een goede beslissing. Daar bleven we maar al te graag een dagje extra. Het was een topper: mooi, niet te druk, gezellig en gewoon, vakantie-achtig. We fietsten 2 dagen tussen karstgebergten door, genietend van het mooie weer, de mooie uitzichten en een relatief gebrek aan pagodes, buddha's en tourbussen vol shampoo-uitdelende gepensioneerden. Een echte verademing om eens niet overstelpt te worden door duizenden, er gelijk uitziende beelden en torentjes.

Door een dag langer te blijven in Hpa'an moesten we gokken op een nachtbus naar Yangoon om op tijd ons vliegtuig te halen uit Birma. De bus mocht niet teveel vertraging oplopen zodat we op tijd in de luchthaven zouden raken. Dat laatste bleek alleszins geen enkel probleem: rond 2u00 waren we al in de internationale luchthaven van Yangoon. Die ging echter maar om 5u00 open!? We bleven dan maar nog een paar uur voor de poort wachten, door een wachter vriendelijk aangeboden thee drinkend en kijkend naar de film 'Les Barons', tot de verbazing en het amusement van de paar zeldzame voorbijgangers. We waren op tijd voor de korte vlucht terug naar Bankok, weg uit Myanmar.

We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het land steeds vrijer wordt. En rijker ook waardoor wellicht ook de kloof tussen rijk en arm aanzwelt. We zien alsnog een land dat zich toch eerder redelijk gelijkmatig en evenwichtig ontwikkelt, maar dan zonder het destructieve spoor van ontwikkelings(?)-hulp(?). Dat kunnen we enkel maar toejuichen, zolang het nog duurt. Dat neemt echter niet weg dat er ook nog zichtbare armoede is en dat het voor een bezoeker van het land niet makkelijk is je helemaal vrij te bewegen. We hebben het gevoel dat de mooiste gebieden, deze die nog niet verknoeid zijn met pagodes en Buddha's, niet toegankelijk zijn, of gewoon ontzettend veel kosten.

We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het land gepromoot wordt bij gepensioneerden, meer bepaald Franse gepensioneerden. Mogelijks door een target op die doelgroep zien we te hoge prijzen, te kleine porties, te comfortabele bussen, weinig keuze of flexibiliteit, teveel verwachtingen van iedereen die er Kaukasisch uitziet en een land waarin shampoo uitgedeeld wordt alsof het een lieve lust is, of ook wel: hoe je een land om zeep helpt. Wij weten zelf al een hele tijd: 'giving is selfish'.

We kunnen ons ook niet van de indruk ontdoen dat er een sterke Chinese invloed is, helaas. Er is Chinees voedsel, maar dan, opnieuw helaas, zonder de lekkere rijst- en groentengerechten... Maar het is ook Chinees in die zin dat de densiteit aan noemenswaardige bezienswaardigheden bijzonder laag is. Het houdt zowat op bij de tempels van Bagan, de omgeving van Inle Lake en Hpa'an. Andere toeristische hoogtepunten zijn teleurstellende eenheidsworst en kitscherig op de koop toe.
Zoals de trip naar de 'Golden Rock': enkel de rit in een omgebouwde pick-up tussen vier overjaarse Fransen, drie te dikke Amerikanen en vier kindse Nederlanders maakten het uitstapje naar deze overroepen bezienswaardigheid alsnog de moeite waard. Of de heerlijk lelijke kitsch-tempel in Monywa. Of de tot een soort van puistenkop met pagodes volgebouwde Sagaingheuvel bij Mandalay. We kunnen nog een eindje doorgaan. We vonden het wel bijzonder grappig, maar of het de moeite is om hiervoor naar een voor de rest ontoegankelijk land te komen, daar weten wij wel ons antwoord op.

Het doet ons allemaal, keer op keer terugdenken aan één van de eerste dagen in Myanmar, bij één van de tempels in Bagan. Een naar schatting tienjarig postkaartenverkoopstertje probeerde ons haar waar aan te prijzen. We hebben een soort van standaard-antwoord op allerlei verkopers. Bij postkaartenverkopers is dat meestal als volgt: wijzend naar ons fototoestel wijzen we de verkoper erop dat we onze eigen postkaartjes hebben. Echter, het tienjarige meisje was niet van haar stuk te brengen en antwoordde spitsvondig: "Your camera, my postcards... same same, but different!". Ze had wel gelijk als we het over Myanmar hebben: het is allemaal hetzelfde, maar toch anders.


Myanmar may look a bit like a holiday-destination, it actually isn't really. There are some basic differences, like high prices, small portions, less quality etc. Most highlights witness an incredible religious fundamentalism, far beyond the fundamentalism of Muslim states. There are, however, some nice places in Myanmar, although they are scarce.

\n\n

For example, we enjoyed Bagan and Inle Lake. And the last two days, biking around Hpa'an were just great. The views were nice, there were not too many pagoda's and buddha-statues and well, there was a lack of shampoo-giving tourists. We loved our last days in Myanmar, especially because of Hpa'an. The golden rock, which we visited before, was way overpriced... as it is very often with highlights in Myanmar.

Het Birma-verdict
Share this